Drijvende zonneparken op water zijn niet onwenselijk. Dat stelt minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat naar aanleiding van Kamervragen van Carla Dik-Faber van de ChristenUnie.
Carla Dik-Faber, namens de ChristenUnie lid van de Tweede Kamer, stelde half mei Kamervragen over zonnepanelen op water. Het Kamerlid stond eerder al aan de basis van de landelijke zonneladder en wil nu ook het water ontzien.
Aantal drijvende projecten ongewis
Omdat Wiebes stelt op basis van de beschikkingen uit de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+) slechts gedeeltelijk zicht te hebben op de ontwikkeling van zonne-energieprojecten op water, kan hij enkel een schatting leveren. ‘Naar schatting zijn er een tiental drijvende zonneprojecten beschikt tot 2018. In de SDE+-najaarsronde van 2018 zijn er in totaal 6 drijvende zonneprojecten beschikt, in de voorjaarsronde van 2019 waren dat er in totaal 7. De drijvende zonneprojecten betreffen met name bassins en zandwinningsplassen.’
Deze schatting van Wiebes lijkt zeer conservatief, temeer omdat GroenLeven in 2017 al voor een groot aantal drijvende pv-projecten – goed voor 250 megawattpiek – subsidie wist te verkrijgen.
Natuurgebieden zoveel mogelijk ontzien
In zijn antwoorden op de Kamervragen geeft Wiebes aan zonnepanelen op water ‘niet bij voorbaat onwenselijk’ te vinden. ‘Natuurgebieden worden niet als zodanig uitgesloten voor zon-pv-projecten mits projecten binnen de huidige kaders kunnen worden ingepast. Voor de huidige kaders voor projecten in natuurgebieden is het vigerende natuur(vergunningen)beleid bepalend.’
De minister stelt verder niet bereid te zijn om in de zonneladder op te nemen dat ‘water’ ook onder natuur valt. ‘”Water” is geen categorie in de zonneladder. Met de voorkeursvolgorde voor zon-pv zet het kabinet erop in dat natuur zoveel mogelijk wordt ontzien door zorgvuldig potentiële locaties af te wegen. Of deze natuur op land of op water is, is daarbij van ondergeschikt belang. Kortom: ook natuurgebieden op water dienen zoveel mogelijk te worden ontzien.’
IJsselmeergebied
Er is volgens de minister naast generieke kennis ook behoefte aan kennisontwikkeling over de ecologische effecten van zonnepanelen op specifieke wateren. ‘Daarom wordt onder andere onderzocht of er een pilot uitgevoerd kan worden in het IJsselmeergebied, met als doel kennis op te doen over de effecten op het ecosysteem.’
6 natuurorganisaties vroegen eerder deze maand via een brandbrief nog het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied om in het IJsselmeergebied juist geen zonnepanelen te plaatsen. Het gebied wordt genoemd in 7 Regionale Energiestrategieën (RES’en).
Door Edwin van Gastel, Marco de Jonge Baas
Bron: solarmagazine.nl
